Minirin Amp Inj 10 X 1ml/4mcg

Op voorschrift
Geneesmiddel
Niet op voorraad

Neem contact op met ons via telefoon of e-mail, dan bekijken we samen de mogelijkheden.

Ja

Onze Leveringsmethodes:

Afhaling in de apotheek

Dit is een geneesmiddel, geen langdurig gebruik zonder medisch advies, bewaren buiten bereik van kinderen, lees aandachtig de bijsluiter. Vraag raad aan uw arts of apotheker. In geval van bijverschijnselen, neem contact met uw huisarts.

Geneesmiddelen zijn geen gewone producten. Ze kunnen nooit teruggenomen of geruild worden. De wet verbiedt apothekers om ongebruikte geneesmiddelen terug te nemen. In het belang van uw veiligheid worden alle geneesmiddelen die u terugbrengt naar de apotheek gesorteerd bij de vervallen geneesmiddelen.

Als apothekers bieden we ook farmaceutische zorg. Na aankoop van een geneesmiddel of medisch hulpmiddel kun je ook contact met ons opnemen als je vragen hebt. Aarzel niet om contact met ons op te nemen via mail of telefoon.

Diabetes insipidus

  • Van centrale oorsprong, gevoelig aan vasopressine
  • Behandeling van het polyurie/polydipsiesyndroom na een interventie in de hypofysaire zone
  • Bewezen diabetes insipidus is de enige indicatie voor een chronische behandeling
  • Diagnose van centrale diabetes insipidus en voor de evaluatie van het renale concentratievermogen

Bloedingen

  • Ter verhoging van de factor VIII-spiegels bij patiënten met een lichte tot milde vorm van hemofilie A of de ziekte van von Willebrand (behalve type II B) na trauma's of die operaties moeten ondergaan (bloedingsprofylaxis)
  • Ter controle van bloeding bij patiënten met een verlengde bloedingstijd (verworven of congenitaal), zoals bij uremie, levercirrhose, plaatjesdysfunctie, geïsoleerde of geneesmiddel geïnduceerde verlengde bloedingstijd en bij patiënten die openhartchirurgie met pulmonaire bypass ondergaan
  • Opmerking: Minirin heeft praktisch geen effect op de andere coagulatiefactoren en is bijgevolg niet toepasbaar bij hemofilie B patiënten (Factor IX deficiëntie)

Welke stoffen zitten er in Minirin injectie?

 De werkzame stof in dit middel is desmopressine. Dit is aanwezig in de vorm van desmopressineacetaat (4 microgram/ml), overeenkomend met 3,56 microgram desmopressine per ml.

 De andere stoffen in dit middel zijn natriumchloride, zoutzuur en water voor injecties.

Geneesmiddelen waarvan bekend is dat ze SIADH (syndroom van overmatige afscheiding van antidiuretisch hormoon, het natuurlijk hormoon dat de vochtbalans controleert) in de hand werken, zoals pijnstillers (opioïden), bepaalde geneesmiddelen voor depressie (tricyclische antidepressiva, selectieve serotonineheropnameremmers), sommige geneesmiddelen gebruikt bij suikerziekte van de sulfonylureagroep (meer bepaald chloorpropamide), chloorpromazine (gebruikt bij geestesziekte), oxcarbazepine en carbamazepine (beide gebruikt bij vallende ziekte), kunnen een extra vochtophoudend effect geven en zo het risico op vochtophoping vergroten. Uw arts moet er rekening mee houden worden dat hij/zij in deze gevallen de dosering waarschijnlijk moet aanpassen.

NSAID's (niet-steroïdale anti-inflammatoire geneesmiddelen of ontstekingsremmers) kunnen vochtophoping/een te laag natriumgehalte in het bloed veroorzaken (zie rubriek "Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Minirin injectie?").

Het is onwaarschijnlijk dat Minirin injectie wisselwerkingen heeft met geneesmiddelen die op de stofwisseling in de lever inwerken.

Gebruikt u naast Minirin injectie nog andere geneesmiddelen, heeft u dat kort geleden gedaan of bestaat de mogelijkheid dat u in de nabije toekomst andere geneesmiddelen gaat gebruiken? Vertel dat dan uw arts of apotheker.

  1. MOGELIJKE BIJWERKINGEN

Zoals elk geneesmiddel kan ook dit geneesmiddel bijwerkingen hebben, al krijgt niet iedereen daarmee te maken.

De ernstigste bijwerking van Minirin is een te laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie) Als u bij toediening van Minirin injectie niet gelijktijdig uw vochtinname vermindert, kan dit leiden tot vochtophoping/een te laag natriumgehalte in het bloed (hyponatriëmie), al dan niet samengaand met waarschuwingstekenen zoals hoofdpijn, misselijkheid, braken, een teveel aan water (waterintoxicatie), gewichtstoename, gevoel van onwel zijn, buikpijn, spierkrampen, duizeligheid, verwardheid, verminderd bewustzijn, gegeneraliseerd oedeem (vochtophoping verspreid over het volledige lichaam) of lokaal oedeem (vochtophoping in de ledematen of het gezicht), en in ernstige gevallen hersenoedeem (vochtophoping in de hersenen), hyponatriëmische encefalopathie (hersenstoornis gekenmerkt door een te laag natriumgehalte in het bloed), stuipen en coma.

Een te laag natriumgehalte in het bloed is omkeerbaar. Uw arts moet de behandeling van persoon tot persoon aanpassen en een snelle overcorrectie voorkomen om het risico op verdere complicaties te beperken (zie ook de rubrieken "Wanneer moet u extra voorzichtig zijn met Minirin injectie?" en "Hoe gebruikt u Minirin 4 microgram/ml oplossing voor injectie?).

Vochtophoping kan optreden bij toediening van te grote hoeveelheden, een verkeerde diagnose of overmatige vochtinname tijdens de behandeling.

Vaak (kan minder dan 1 op de 10 gebruikers treffen)  hoofdpijn2

 tachycardie (versnelde hartslag)  hypotensie (te lage bloeddruk)  overmatig blozen  misselijkheid2

 buikpijn1

 vermoeidheid

Soms (kan tot 1 op de 100 gebruikers treffen)  hyponatriëmie (te laag natriumgehalte in het bloed)  braken2

Zelden (kan tot 1 op de 1000 gebruikers treffen)  duizeligheid2

Niet bekend4 (kan met de beschikbare gegevens niet worden bepaald)  overgevoeligheidsreacties5 zoals anafylactische reactie (zeer hevige, levensbedreigende overgevoeligheidsreactie) en andere ernstige allergische aandoeningen (als gevolg van overgevoeligheid)

 waterintoxicatie (teveel aan water)1

 gewichtstoename1

 toestand van verwardheid1

 coma1

 bewustzijnsverlies1,3

 hyponatriëmische encefalopathie1

 hersenoedeem1,3

 stuipen1

 myocardinfarct (hartaanval)3

 angina pectoris (hartkramp die gepaard gaat met pijn in de hartstreek, angst en beklemming)3

 pijn op de borst3

 diepe veneuze trombose (vorming van bloedstolsels in de aders)3

 cerebrovasculair accident en cerebrovasculaire aandoening (beroerte)3

 cerebrale trombose (vorming van bloedstolsels in de hersenen)3

 hypertensie (te hoge bloeddruk)3

 dyspneu (ademnood)  longembolie (afsluiting van een longslagader door vastzetting van een stukje weefsel of stolsel)3

 maculo-papilaire rash (huiduitslag met rode vlekken en bultjes)  erythemateuze rash (huiduitslag die gepaard gaat met roodheid van de huid)  vlekkerige rash (huiduitslag met vlekken)  urticaria (netelroos)  erytheem (roodheid van de huid)  pruritus (jeuk)  rash (huiduitslag)  gegeneraliseerd of lokaal oedeem2 (perifeer, gezicht)  reacties op de injectie-/infusieplaats (zoals zwelling, pijn, extravasatie, erytheem, blauwe plekken en knobbeltjes)  koude rillingen3

 gevoel van onwel zijn1

1 Gemeld met hyponatriëmie. 2 Gemeld met of zonder hyponatriëmie. 3 Hoofdzakelijk gemeld voor de hematologische indicaties (hoge dosis). 4 Bijwerkingen uit spontane meldingen (frequentie niet bekend). 5 Overgevoeligheidsreacties treden doorgaans snel op na de toediening, en mogelijk tijdens het eerste gebruik of na herhaalde blootstelling aan Minirin injectie.

Er zijn enkele gevallen gemeld van aantasting van de zenuwvezels (demyelinisatie) te wijten aan een te snelle aanpassing van het natriumgehalte in het bloed. Om dit te voorkomen, moet een te laag natriumgehalte in het bloed zorgvuldig opgevolgd worden.

- Gewone en psychogene polydipsie (resulterend in een urineproductie > 40 ml/kg/24u).
- Gekende of vermoedelijke hartinsufficiëntie en andere omstandigheden die behandeling met diuretica vereisen.
- Gematigde tot ernstige renale insufficiëntie (creatinineklaring beneden 50 ml/min).
- Gekende hyponatriëmie of aanleg tot hyponatriëmie.
- SIADH (syndrome of inappropriate ADH secretion).
- Overgevoeligheid voor het werkzame bestanddeel of voor één van de hulpstoffen.
- Minirin injectie toegediend voor bloedingscontrole, niet gebruiken in geval van:

• onstabiele angina pectoris,
• de ziekte van von Willebrand type IIB (risico op thrombocytopenie).

Diabetes insipidus

  • Volwassenen: 1 - 4 mcg 1 x daags, individueel aan te passen
  • Kinderen en zuigelingen: 400 nanogram
  • Doseringen < 4 mcg met behulp van een insulinespuit als delen van milliliters opzuigen
  • Post-operatieve polyurie/polydipsie: dosis onder geleide van de urine-osmolalitei

Diagnose van diabetes insipidus

  • Toedienen van 2 mcg

Renale functie test

  • Volwassenen en kinderen > 15 jaar: 2 tot 4 mcg intramusculair of subcutaan
  • Kinderen < 15 jaar: 1 tot 2 mcg intramusculair of subcutaan
  • Zuigelingen (< 1 jaar): 0,4 mcg subcutaan
  • De normale vochtinname dient vanaf 1 uur voor tot 8 uur na toediening van Minirin tot max. 0.5 l beperkt te worden, teneinde vochtintoxicatie te voorkomen
  • Voor toediening van Minirin dient de blaas te worden geleegd

Verhoging van factor VIII

  • 0,3 - 0,4 mcg/kg bij volwassenen, 0,2 mcg/kg bij patienten met een hartaandoening en bij oudere patienten

  • als infusie, verdund tot 50 - 100 ml in een fysiologische zoutoplossing, over 15 - 30 minuten

  • subcutaan
  • Bij onvoldoende reactie na 6 uur een extra dosis toedienen.
  • Als na de eerste dosis de reactie voldoende was, intervallen van 12 uur zolang noodzakelijk

Test op fibrinolytische activiteit

  • 0,4 mcg/kg verdund tot 30 ml met een fysiologische zoutoplossing injecteren
  • De eerste 5 ml over 5 minuten geven; als de patient geen duidelijke tachycardie of andere bijwerkingen vertoont, kan de resterende dosis sneller worden toegediend

Toedieningswijze

  • Intraveneus, intramusculair of subcutaan
CNK0380253
OrganisatiesFerring
Breedte60 mm
Lengte130 mm
Diepte15 mm
Hoeveelheid verpakking10
Actieve ingrediëntendesmopressine
BehoudKoel (8°C - 15°C)